Een recept uit de klassieke oudheid mengt mosterdzaad na inweken met azijn, en voegt pijnboompitten en amandelen toe. Het onderstaande mosterdrecept komt uit de Middeleeuwen, en gebruikt – of liever: herbruikt – specerijen die eerder voor andere gerechten zijn gebruikt, zoals gekruide wijn, gelei of sauzen. Daarom staat hier een recept uit hetzelfde kookboek voor hypocras (gekruide wijn).
De middeleeuwse rijke keuken gebruikte veel specerijen. Deze kwamen van ver, en waren, de naam zegt het al, peperduur. Specerijen werden niet alleen gegeten omdat ze duur waren en lekker werden gevonden, maar ze speelden ook een belangrijke rol in de toen geldende voedingsleer, de humorenleer. Mosterd had in deze leer deels dezelfde eigenschappen als bijvoorbeeld peper, en was dus niet alleen vanwege de lagere prijs, maar ook vanwege volgens de voedingsleer, een uitstekende vervanger van specerijen voor de kok met de smalle beurs.
Het onderstaande recept voor mosterd komt uit een Frans boek uit het eind van de veertiende eeuw. Dit boek, bekend als Le Ménagier de Paris, is méér dan alleen een kookboek. Het is een zeer complete handleiding voor de echtgenote van een rijke burgerman of eenvoudige edelman. Het werd door haar eega geschreven, volgens de inleiding van het boek op haar eigen verzoek omdat zij als tienerbruid wat onzeker was in het bestieren van het huishouden van haar zestigjarige man. Bovendien, zo stelde de schrijver, zou zij jong weduwe worden en hertrouwen, dus ook zijn opvolger zou profiteren van de wijsheden die hij haar heeft bijgebracht.
Daarna volgt de afdeling huishoudkunde. Hoe kies je je bedienden uit, waar koop je goed vlees, hoe organiseer je een diner of souper? En: hoe bereid je allerlei gerechten? De derde afdeling, over passende vrijetijdsbestedingen voor dames, is jammer genoeg onvolledig, na een verhandeling over het houden van haviken, verzorgen van paarden en trainen van honden breekt de tekst af.
Omdat de schrijver geen beroepskok was, beschreef hij ook zaken waar koks altijd aan voorbij gaan. Zo geeft hij een tobberig recept over een schotel met groene erwten, die met eidooiers gebonden moet worden: hoe doe je dat nu zonder dat de saus schift? Terloops klaagt hij dan ook nog over onbetrouwbare Parijse melkmeisjes die de melk met water aanlengen.
Andere recepten uit de Ménagier op deze site: Champignonpasteitjes en Hypocras.
De originele tekst van het recept voor mosterd is ontleend aan Le Ménagier de Paris. (editie Brereton en Ferrier, 1981, p.258, zie bibliografie).
De specerijen kun je natuurlijk ook gebruiken zonder eerst hypocras te maken. Je kunt ze zelfs helemaal weglaten.
Voor ongeveer 600 gram mosterd; voorbereiding minstens 1 nacht weken; bereiding 10 minuten + minstens 8 dagen rijpen.
4 dl goede witte wijnazijn
1 tl gemengde specerijen
zout
Aangezien most (het geperste druivensap dat net is gaan gisten) ten eerste zeer seizoensgebonden is (oktober), maar bovendien ook moeilijk verkrijgbaar als je niet je eigen wijn maakt, volgen we de variant met wijnazijn. Van oudsher werd azijn al gebruikt in streken waar geen wijnbouw was. Laat de mosterdzaadjes een hele nacht weken in witte wijnazijn. De azijn moet enkele centimeters boven de mosterdzaadjes staan.
Als de mosterdzaadjes de azijn hebben opgenomen (je kunt ze dan tussen je vingers fijnknijpen) pureer je ze in de blender (of vijzel). Voeg nog zoveel azijn toe dat je mosterddikte krijgt. Doe zout en specerijen erbij, en proef. Er moet voldoende zout in zitten. Doe de mosterd in een gesteriliseerde glazen pot, sluit die goed af, en bewaar de mosterd minstens 8 dagen in de koelkast om te rijpen.
Je zet kleine kommetjes mosterd op tafel. De gasten kunnen naar believen er wat van nemen.
Alle verklaringen van ingrediënten
Versgeperst druivesap waarvan wijn gemaakt gaat worden en dat nog niet geheel gegist is.
Een lot is een inhoudsmaat voor vloeistoffen, ongeveer 3,72 liter (vijf flessen wijn). Een onche is ongeveer 30 gram (vergelijkbaar met de engelse ounce).
Witte mosterdzaadjes zijn makkelijker verkrijgbaar dan zwarte. Bovendien zijn ze zachter, waardoor ze ook makkelijker vermalen kunnen worden. Er is wel smaakverschil tussen witte en zwarte zaadjes: witte mosterdzaadjes zijn pittig, maar zwarte mosterdzaadjes kunnen echt gemeen heet zijn. Beide soorten werden in de Middeleeuwen voor mosterd gebruikt. Brassica nigra (zwarte mosterdzaad) is nogal moeilijk machinaal te ogsten, en wordt daarom bijna niet meer geteeld. De aziatische brassica juncea is makkelijker te telen, donkere mosterd wordt nu daarvan gemaakt. Omdat in het recept ‘senevé’ (sinapis) staat, heb ik dit vertaald met “witte mosterdzaadjes”, maar de term werd ook wel voor zwart mosterdzaad gebruikt. Een (Engelstalige) pagina waarop allerlei Middeleeuwse recepten voor mosterd staan is hier te vinden.
Zoals gezegd kunnen de specerijen voor de hypocras worden gebruikt voor de mosterd. In het mosterdrecept staat niet alleen hypocras genoemd, maar ook specerijen die voor geleien en sauzen zijn gebruikt kunnen in de mosterd. Dit betekent dat je ook andere specerijen kunt gebruiken, zoals zwarte peper, kruidnagel, nootmuskaat, paradijskorrels (grain de paradis, eventueel te vervangen door cardamomzaadjes).
Genoemde edities zijn in mijn bezit of door mij geraadpleegd. De links verwijzen naar verkrijgbare edities.
Een recept voor middeleeuwse mosterd
© Auteur
Gelei, een vergeten gerecht Het hoogtepunt van decoratieve schotels met gelei ligt in de negentiende…
Meteen naar het recept Broden met pompoenpitten kun je tegenwoordig makkelijk kopen, maar het mooie…
Enige tijd geleden heb ik een opleiding tot gecertificeerd NT2-docent voltooid. Ik geef nu les…
Al eerder publiceerde ik op Coquinaria twee recepten uit het kookboek van Maurice Joyant, Le…
Na afloop van een uitgebreide maaltijd schenkt men nog steeds graag een digestief om de…
Als ik het goed zie op de kaart, is de hoofdstad van Senegal, Dakar, de…