De Indonesische keuken kent oorspronkelijk geen soep als voorgerecht, hoewel er onder invloed van de Chinese en Westerse keukens wel soep op het menu wordt gezet. Het meest soepachtige gerecht is soto. Dit is als het ware een maaltijdsoep, waarin behalve het soepvlees ook bijvoorbeeld groenten, gekookte eieren, pinda’s en rijst of rijstvermicelli wordt gedaan (recept).
Verder wordt bouillon wel gebruikt in sajoers (groentegerechten met meer of minder vocht) en sommige vleescurries. In kookboeken wordt dan vaak een bouillonblokje in plaats van bouillon gebruikt, en dat kan natuurlijk. Maar het is wel interessant om je eigengemaakte bouillon hiervoor te gebruiken!
Als je zelf de bouillon hebt getrokken, gebruik dan het soepvlees (of een gedeelte ervan) voor een curry of ander vleesgerecht.
Voor 2½ liter bouillon; voorbereiding 5 minuten; bereiding 3 uur + zeven.
1 kleine of ½ grote soepkip (1500 gram)
80 gr verse gemberwortel, geschild en in plakjes gesneden
3 serehstengels (lemongrass)
5 djeroek poeroetblaadjes
5 laurierblaadjes
1 teen knoflook, gepeld en doormidden gesneden
2 eetl olie
3 liter water
Voorbereiding
Spoel de serehstengels af, snijd ze in de lengte doormidden, en leg in elke gehalveerde stengel een knoop.
Bereiding
Verhit de olie in een ruime pan. Braad de soepkip aan alle kanten aan. Giet het water in de pan, doe de kruiderij erbij.
Breng tegen de kook aan en laat drie uur op laag vuur trekken, met de deksel op de pan.
Zeef de bouillon als hij voldoende is getrokken. Kook de bouilon indien nodig verder in tot twee en een halve liter, en laat daarna snel afkoelen. Als je het kippevet wilt verwijderen zet je de bouillon na het afkoelen enkele uren in de koelkast. Het vet zal bovenop de bouillon stollen, je kunt het er makkelijk afscheppen. Dit vet kun je nog gebruiken.
Gebruik de bouillon meteen, of verdeel wat je niet dadelijk verder verwerkt in diepvrieszakjes/bakjes en vries in. Vergeet niet etiketten te plakken, in de diepvries lijken alle bouillons op elkaar.
Het soepkippevlees uit deze bouillon heeft een heerlijke friszure smaak. Gebruik het in indonesische gerechten zoals soto ajam.
Ingrediënten
Alle verklaringen van ingrediënten
Djeroek poeroet
De Mauritius papeda (Citrus hystrix) is een groenblijvende boom met friszure vruchten die inderdaad aan limoen doen denken. De blaadjes worden gebruikt als specerij. Je kunt ze gedroogd kopen, of uit de diepvries. De oude naam was kafferlimoen, maar die term wordt vanwege de pejoratieve betekenis van het woord ‘kaffer’ (Arabisch: ongelovige; Z-Afrikaans: zwarte Afrikaan) liever niet meer gebruikt.
Sereh
Citroengras (Cymbopogon citratus) is inheems in tropische gebieden van Azië. De plant is een decoratieve graspol, maar helaas niet vorstbestendig. Je kunt sereh of citroengras vers krijgen, uit de diepvries, of in poedervorm (maar dan heeft het wel veel smaak verloren). Citroengras wordt meegekookt, en vóór het opdienen uit het gerecht verwijderd. Het wordt meestal niet gegeten, maar soms wordt het wit fijngesneden in een gerecht gebruikt..
Recepttitel
© Auteur